Op vrijdag 1 oktober, Nationale Ouderendag, vindt voor de negende keer de Nationale Voorleeslunch plaats. Op deze dag leest Mensje van Keulen om 13.15 uur bij Omroep MAX op NPO1 het verhaal voor dat zij speciaal voor deze gelegenheid schreef. Sûnenz trakteert u op een lekkere kop soep met een broodje. Na de lunch kijken wij op groot scherm naar deze unieke televisiegebeurtenis, en praten we na afloop met onze bezoekers over het verhaal. Graag nodigen wij u uit om hierbij aanwezig te zijn!

Mensje van Keulen (1946) debuteerde op jonge leeftijd met de inmiddels klassieke roman Bleekers zomer. Sindsdien schreef ze meerdere romans, verhalen, gedichten, kronieken, dagboeken en jeugdboeken, vielen haar nominaties op long- en shortlists te beurt en ontving ze voor haar oeuvre de Annie Romeinprijs, de Charlotte Köhler Prijs en de Constantijn Huygens-prijs. Haar verhalenbundel Ik moet u echt iets zeggen (2020) werd bekroond met de J.M.A. Biesheuvelprijs. Dit jaar viert ze haar 50-jarig schrijverschap en verschijnt haar nieuwe boek Het kattentheater.

Mensje van Keulen is de zesde schrijver op rij die het Nationale Voorleeslunchverhaal schrijft. Haar voorgangers zijn Kees van Kooten (2020), Maarten Spanjer (2019), Yvonne Keuls (2018), Vonne van der Meer (2017), Jan Siebelink (2016) en Marjan Berk (2015).

Ook andere bekende en onbekende Nederlanders lezen 1 oktober het verhaal voor aan ouderen via de Zilverlijn, de belservice voor ouderen van het Nationaal Ouderenfonds. Zo wil de Leescoalitie ervoor zorgen dat zoveel mogelijk ouderen worden voorgelezen, ook als ze hun huis moeilijk uit kunnen.

Veilig voorlezen
Door de coronapandemie is het ook dit jaar onzeker of in oktober fysieke bijeenkomsten met ouderen georganiseerd kunnen worden. Het verhaal wordt daarom net als vorig jaar ook voorgelezen via televisie. Dankzij Omroep MAX wordt het Voorleeslunchverhaal op Nationale Ouderendag uitgezonden rond lunchtijd op NPO1. Zo kunnen ook ouderen die aan huis gebonden zijn of in een zorginstelling verblijven, zich laten voorlezen door Mensje van Keulen.