Tegenwoordig woont bijna iedereen in een stenen huis, maar vroeger was dat heel anders. In Friesland noemde men een stenen woning een Stins. Mensen die zich een dergelijk huis konden veroorloven waren dan ook schatrijk en konden het zich permitteren om te reizen en zelfs hun landgoed te gebruiken voor sierplanten in plaats van het verbouwen van voedsel. De planten die zij meenamen uit het buitenland verwilderden uiteindelijk en zijn inmiddels helemaal ingeburgerd, zowel in de natuur als in onze cultuur.

Betty Kooistra van IVN de Wâlden is vrijwilliger bij Martenastate in Koarnjum en weet er alles over te vertellen.
Ondanks dat er veel is verdwenen uit de glorietijd van de stinzen en states is er toch nog genoeg over terug te vinden. Sporen uit een verleden die je op onverwachte plekken tegenkomt. Met enthousiasme vertelt zij over deze bijzondere Stinzeblomkes en over hun relatie met inheemse fauna. Ga mee en duik in deze bijzondere wereld van bollen, knollen en wortelstokjes.

Bij voldoende interesse is er op za 22 mrt een excursie in Koarnjum.

De prijs is inclusief een kop koffie of thee